Aan de Noordwest kant van het Bükk-gebergte en nog net in
de provincie Heves, ligt een dorpje met ongeveer 1.100 inwoners.
Dit is het dorp Nagyvisnyó.
Een gezellig en landelijk gelegen dorpje aan de rand van
het Bükk-gebergte in het Noordoosten van Hongarije.
Een ideale basis voor tochten te voet of met de fiets om
de omgeving te verkennen.
Een omgeving die wordt gekenmerkt door beboste heuvels met
tal van wandelmogelijkheden.
Op slechts honderd meter geniet je van alles wat de
natuur te bieden heeft:
stilte - vogeltjes - maar
ook roofvogels - vossen
-
herten - soms
een wild zwijn - wonderlijke
bloemen en planten -
Kortom: een weldadige rust.
Maar ook een prima plaats om hiervandaan met de auto een
gedeelte van dit mooie land te ontdekken.
Aan de ene kant van het dorp loop je zo de kale heuvels
op, aan de andere kant loop je de beboste heuvels in.
Uit ondervinding weten we dat het allebei z’n charmes
heeft.
Eigen waarneming heeft bevestigd dat er in de beboste
heuvels nog steeds wilde zwijnen leven.
Aan de andere kant hebben we ook herten en vossen gezien.
We weten ook dat er op de “tábor” een Oehoe-stelletje
huist.
In het dorp zijn verschillende winkeltjes, waar je alles
kunt kopen om in de eerste levensbehoeften te voorzien.
Er zijn drie cafés en zelfs een paar kappers.
Het dorp heeft een Reformatorische kerk, gebouwd in 1804, in Barok stijl.
Het prachtig geschilderde plafond wordt momenteel
gerestaureerd.
Het is het grootste plafond in Hongarije dat op houten
panelen is geschilderd.
Bij ons dorp is ook de “Mihalovics”-groeve te bewonderen,
sinds 1982 een beschermd gebied.
De kloven en scheurlijnen van de groeve trekken al van
verre de aandacht.
Een van de kanten van de groeve is van zwart kalksteen.
Je kunt er zelfs nog de miljoenen jaren oude fossielen
zien van slakken, schelpdieren, koraal en zee-egels.
Net voorbij het dorp, richting Dédestapolcsány, kon je
nog zien hoe houtskool werd gemaakt.
Het is een dorpje, waar je volledig tot rust kunt komen,
en een prima plaats om met dagtochten een groot deel van Hongarije te
verkennen.
Hengelsporters kunnen bij ons ook aan hun trekken komen.
Er zijn in de buurt diverse meren, waar je heerlijk ontspannen
de hele dag kunt vissen.
Ter plaatse kun je een visvergunning kopen.
Voorkomende vissen in Dédestapolcsány:
- karper 60% ponty
- graskarper 10% amur
- snoekbaars 10% fogas, süllő
- brasem 8% dévérkeszeg
- zilverkarper 8% busa
- snoek 2% csuka
- witvis 1% keszeg
- meerval 1% harcsa
De historie van het
dorp
Over het dorp wordt voor het eerst gesproken in 1239.
Het heette toen „Terra Wisna”, later werd dit „Wisnyo”.
Nog later: Nagyvisnyó en betekende „Groot Kersenland”
De bewoners van toen waren lijfeigenen van de burchtheer.
In de 18e eeuw werkte men er in de leisteengroeve, in de
glasovens en in de papiermolens.
Latere bronnen vermelden ijzersmederijen.
Het gebied werd toen bewoond door „Paloten”, die over het algemeen gereformeerd
waren.
In 1804 werd begonnen met de bouw van de gereformeerde
kerk, met haar panelenplafond en haar interieur, beide geplaatst op de
monumentenlijst.
Van de tradities van het dorp is wel het ’s-winters thuisspinnen
het opmerkelijst.
Deze traditie die tot de jaren 60 van de vorige eeuw stand
hield hing samen met het verbouwen van
vlas, een andere traditie van het dorp.
De herinnering aan de volksbouwkunst is bij enkele huizen
nog bewaard gebleven.
De heuvels rondom het dorp bieden prima gelegenheid voor
uitstapjes, recreatie, wandelingen en kamperen.
In de omgeving ligt ook het restant van het kasteel van
Dédes, gebouwd na de invasie van de Mongolen in 1241.